Travel Language Phrase Dictionary - Holland - English to Dutch

Dutch Travel Phrase Dictionary

Getting around in any country is always easier if you can speak a little of the language and understand a few keywords. Below we have listed some basic words and phrases in English and translated them into Dutch.

Basic Dutch Words

  • Yes = Ja
  • No = Nee
  • Thank you = Dank u
  • Thank you very much = Dank u wel
  • You're welcome = Niets te danken, geen dank
  • Please = Alstublieft
  • Excuse me = Excuseert u mij, Neemt u mij niet kwalijk
  • Hello = Goede dag, Hallo
  • Goodbye = Tot ziens
  • So long = Vaarwel, Dag, Aju
  • Good morning = Goede morgen
  • Good afternoon = Goede middag
  • Good evening = Goedenavond
  • Good night = Goede nacht

Numbers

  • Zero = Nul
  • One = Een
  • Two = Twee
  • Three = Drie
  • Four = Vier
  • Five = Vijf
  • Six = Zes
  • Seven = Zeven
  • Eight = Acht
  • Nine = Negen
  • Ten = Tien

Days of the week

  • Monday = Maandag
  • Tuesday = Dinsdag
  • Wednesday = Woensdag
  • Thursday = Donderdag
  • Friday = Vrijdag
  • Saturday = Zaterdag
  • Sunday = Zondag

Useful phrases at your hotel

  • Hotel = Hotel
  • Room = Kamer
  • Reservation = Reservering
  • Are there any vacancies for tonight? = Is er nog een kamer vrij?
  • No vacancies = Vol
  • Passport = Paspoort

Months

  • Janurary = januari
  • Feburary = februari
  • March = maart
  • April = april
  • May = mei
  • June = juni
  • July = juli
  • August = augustus
  • September = september
  • October = oktober
  • November = november
  • December = december

Useful phrases for getting around

  • Where is ...? = Waar is ...?
  • How much is the fare? = Wat kost een kaartje?
  • Ticket = Kaartje
  • One ticket to ..., please. = Een kaartje naar ..., alstublieft.
  • Where are you going? = Waar ga je heen?
  • Where do you live? = Waar woon je?
  • Train = Trein
  • Bus = Bus
  • Subway, Underground = Metro
  • Airport = Vliegveld
  • Train station = Treinstation
  • Bus station = Bushalte, Busstation
  • Subway station, Underground station = Metrostation
  • Departure = Vertrek
  • Arrival = Aankomst
  • Car rental agency = Huurauto's
  • Parking = Parkeerplaats